De Kaukasus deel 1: One night in Yerevan (dat ligt dus in Armenië)
Lopend door de Armeense hoofdstad Yerevan, voel je je regelmatig als de vele toeristen in Amsterdam, die met verwarde en ongelovige blik de straatnaambordjes met hun plattegrond vergelijken: ben ik híer?
Dat je voor je gevoel in een rechte lijn richting het noorden bent gelopen en dan ineens aan de oostkant van de stad bent beland. De crux zit hem net als in Amsterdam in het ronde centrum, met daarbinnen een soort grid, maar dan net niet echt regelmatig. In de stedenbouw noemen ze dit ook wel de mindfuck.
Talloze terrassen
Gelukkig is Yerevan het soort stad waar verdwalen geen probleem is, want het is a) niet zo groot en b) bezaaid, nee bezááid, met terrassen. De grote pleinen, de parken, de zijstraten; overal barst het van de restaurants, cafés en ijssalons, en bijna allemaal hebben ze een terras. Of het nou een groot en schaduwrijk terras is met een fontein, bomen en televisieschermen, of een paar wiebelige tafeltjes op de stoep. En of het nou dinsdagavond of zaterdagavond is, overal zitten groepjes vriendinnen, jonge gezinnen, stelletjes en hele families op die terrassen.
Ze drinken wijn, chacha of verse sappen en bestellen tafels vol eten. Armeniërs zijn dol op de zogenaamde Armenian xorovac, wat neerkomt op grote stukken gebarbecued vlees, al dan niet aan een spies. Dit is zo’n belangrijk onderdeel van de Armeense cultuur dat een veelgeziene koelkastmagneet een dikke Armeniër achter een barbecue is.
Theatrale fonteinshow
Wie geen zin heeft om op het terras te zitten, kan ’s avonds zijn hart ophalen op het Republic Square, een van de grote pleinen van de stad. Om het plein staan prachtige statige gebouwen waarin ministeries, hotels en musea huizen, maar de grote publiekstrekker is de enorme licht- en geluidshow in de fonteinen. Iedere avond barsten de fonteinen uit in theatrale zang en dans, variërend van klassiek en jazz tot Armeense muziek. Een beetje zoals Aquanura, de nieuwe attractie in de Efteling.
Onderdeel van de Armeense muziek is een genre genaamd Rabiz. Rabiz is een beetje de volksmuziek van Armenië en kenmerkt zich door zeer melodramatische teksten, door Lonely Planet omschreven als van het type: boy meets girl, meisje krijgt kanker, jongen dreigt zelfmoord te plegen voordat zij sterft. Tranentrekkers.
Een letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van de stad is een avondje naar het Hagtanak Park. Je kunt hier komen per marshrutka, lokale minibus, of je kunt het lopen door de Cascade te beklimmen.
Van megalippenstift tot abstracte Svarovski-kroonluchters
De Cascade is een gigantische trap, als in 572 treden, vol bloemen en fonteinen, die het centrum met het noorden van de stad verbindt. Onder deze trap zit het Cascade Cafesjian Center for the Arts, waar een serie roltrappen je langs een collectie kunstwerken (variërend van een megalippenstift tot abstracte Svarovski-kroonluchters) naar de top van het bouwwerk brengt.
Het Cascade-project heeft al heel lang heel wat voeten in de aarde. Het oorspronkelijke idee ervoor ontstond al begin 20e eeuw. De eerste serieuze stappen warden gezet in de jaren ’70, maar toen kwam er een aardbeving en stortte het Sovjetrijk in. Het project lag jarenlang op zijn gat, werd uiteindelijk geprivatiseerd en gerenoveerd, maar af is het nog steeds niet. Van de bovenste verdieping tot de top van de heuvel, waar het park ligt, is nog een heel stevige klim.
Krakkemikkige Sovjetkermis
Eenmaal boven heb je een spectaculair uitzicht over de stad en omgeving en loop je in vijf minuten naar het Hagtanak Park. Het piece de réstistance van dit park is een behoorlijk grote, onvoorstelbaar krakkemikkige Sovjetkermis. Afgeragde botsautootjes, een halfgare achtbaan, een zinkend schip, roestige grijpautomaten en een vervaarlijk krakend reuzenrad en een Rabiz-band op een podium.
Er zijn suikerspinnen, oude mannetjes verkopen hysterisch speelgoed, jonge stelletjes lopen stiekem hand in hand. Alsof iemand er in je de jaren ’70 een kermis heeft neergezet en nooit meer de moeite heeft genomen om hem af te breken of te onderhouden.
En daarmee is het, onbedoeld, een prachtige metafoor voor Armenië geworden. Verscholen gelegen en hier en daar wat roestig en krakkemikkig, maar ongelooflijk charmant en authentiek en je wilt er nooit meer weg.
De Kaukasus deel 2: Roestige waterfietsen en dito caravans. Welkom aan het Sevanmeer.
Het Sevanmeer is een jaarlijks terugkerende zomerhit in Armenië. Geen wonder, want het kan in zomers Armenië nogal heet zijn. De stad is dan niet te harden, dus vluchten veel mensen naar ‘s lands enige noemenswaardige stuk water, het Sevanmeer.
Het is een van de hoogst gelegen meren ter wereld. Het ligt op ruim 1900 meter hoogte en is alleen daarom al een verkoeling ten opzichte van het ongeveer een kilometer lager gelegen Yerevan. De omvang is niet kinderachtig; op het breedste punt is het zo’n 56 kilometer breed en de lengte is zo’n 78 kilometer.
Witte plastic stoelen en gebarbecued vlees
Het populairste stuk strand is vlakbij het stadje Sevan, aan de Noordwestelijke kant van het meer, waar je met de bus vanuit Yerevan aankomt, maar wat je verder gerust over kunt slaan. Aan het strand staat een rijtje ‘strandtenten’ Armeense stijl, dus met witte plastic stoelen en gebarbecued vlees op het menu, en daartussen stukjes zand-op-steen-strand.
Je kunt zwemmen in het – friggin’ koude – water, ook als vrouw, hoewel je in je bikini wel in de minderheid bent. Jonge meisjes dragen wel badkleding, veel volwassen vrouwen gaan met kleren en al het water in of gaan alleen pootjebaden. Maar het kan wel, je bent niet de enige en wordt niet echt raar aangekeken.
Overal langs het water worden jetski’s verhuurd, dus de testosterongedreven puberjongens die met grote snelheid heen en weer scheuren langs de waterkant zijn niet van de lucht. De jetski’s liggen veelal naast de meest gare en tegelijkertijd meest charmante waterfietsen die je ooit hebt gezien. Het zijn een soort metalen vlotten, met twee zitjes met een inklapbaar stoffen zonneschermpje erboven, vaak met een of meer ontbrekende pedalen, in vrolijke kleuren geverfd en door en door verroest. Ze zijn een komisch duo met de flashy witte jetski’s, maar delven in populariteit helaas het onderspit.
Naast het meer vormen Surb Arakelot (‘Heilige Apostelen’) and Surb Astvatsatsin (‘Heilige Moeder van God’) de belangrijkste attracties. Deze twee snoezige kerkjes zijn onderdeel van het klooster van Sevanavank, en liggen boven op een bergje dat door een continue stroom voornamelijk oudere Italiaanse toeristen wordt beklommen. Vanaf het bergje heb je bovendien een fijn uitzicht over het prachtige meer en het riante zomerhuis van de president.
Eftelingesque Dilijan
Wie iets van de omgeving wil zien, kan zich voor een kleine twintig euro een halve dag rond laten rijden door de streek. Een fijne route loopt door de groene, bergachtige omgeving naar de prachtige kloosters Goshavank en Haghartsin en naar het schattige, Eftelingesque plaatsje Dilijan. Tenzij je in de omgeving wilt hiken, kun je dit het beste als dagtrip doen, want er is weinig reden om in Dilijan te blijven slapen. Het stukje van het oude centrum waar het om gaat, bestaat uit één straatje met daarin een restaurant, een bakker, een pottenbakkerij, een museumpje en een souvenirwinkel. Als je langzaam loopt en overal naar binnen gaat, ben je er met drie kwartier uitgekeken. Schattig is het wel, met oude houten huisjes met versierde balustrades en prachtig uitzicht over de omgeving.
Omdat het maar zo’n twee uur rijden is naar Yerevan, gaan veel bezoekers van het Sevanmeer na zonsondergang terug naar de hoofdstad, waar het ‘s avonds niet alleen veel minder warm, maar bovendien ook heel gezellig is. Het meer blijft dan vrijwel uitgestorven achter. Van een nachtleven is geen sprake, hier en daar draait een handjevol mensen muziek, maar zelfs met de beste wil van de wereld lig je voor elf uur in bed.
Sovjet-Center Parcs
Eigenlijk de enige echt betaalbare slaapoptie aan het meer is een domiki, een soort stacaravan die zich nog het beste laat omschrijven als Sovjet-Center Parcs, met als buren vrolijk barbecuende Armeniërs. De domiki’s lijken afkomstig uit dezelfde architectonische koker als de waterfietsen: vrolijk gekleurd en totaal verroest. Van binnen bestaan ze uit twee slaapkamers en zijn ze best wel knus maar vooral heel erg muf en schmutzig.
De domiki waarin ik verblijf, heeft een stopcontact waar je alleen een stekker in durft te stoppen als je op rubberzolen staat, en vloerbedekking vol vlekken. Als je het raam open wilt doen, vallen alle lamellen op de grond. Het sanitair van het park bestaat uit een slechtverlicht wc-hok, met toiletten zonder bril. Er is toiletpapier en de wc trekt door, maar de wastafels hebben geen stromend water. Een douche is er niet, baden doe je maar in het meer. Wie zijn tanden wil poetsen of haar wil wassen moet dus zorgen dat hij een fles water bij zich heeft. De domiki’s kosten ongeveer een tientje per nacht, maar daarvoor krijg je er wel vrijwel gegarandeerd een gratis ontbijt van de buurman bij. Inclusief gebarbecued varkensvlees en shotjes wodka voor de sfeer. Goedemorgen Armenië.