Ik was erbij toen de Maya’s de wereld niet zagen vergaan
Zo’n tweeduizend mensen hebben zich verzameld bij de Maya-ruïnes van Tazumal in Chalchuapa, El Salvador. Tazumal is de belangrijkste plaats voor de Maya’s in El Salvador, waarvan er nog een paar duizend over zijn na een flinke genocide in de vorige eeuw. Een groot gedeelte van de overgebleven Maya’s viert bij Tazumal het einde van 13 baktun en daarmee van de Mayakalender. Een baktun is een periode van 20 katun, of 400 tun. Een tun is 360 dagen. Een baktun telt dus 400 x 360 = 144.000 dagen, iets minder dan 4 eeuwen. Dus 13 baktun is ongeveer 5.128 jaar. En vandaag is de laatste dag.
In een cirkel om een vuur staan ongeveer tien Maya’s: mannen en vrouwen van verschillende leeftijden. Ze dragen witte pakken met kleurige borduursels. Sommigen hebben een gekleurde doek om hun hoofd. De ca’zique’, de leider, is een kleine, goedlachse man met een rond gezicht en een grote microfoon in zijn hand. Hij zegt gebeden in het Nahuatl en gooit wierook in het vuur.
“Vuur is heel belangrijk voor ons,” legt mijn buurvrouw uit. Ze is van Maya-afkomst en komt nauwelijks tot mijn schouders. “Het representeert de kracht van de aarde en die hebben we nodig om verandering in gang te zetten.” Hoe die verandering er precies uit gaat zien, weet ze niet. “Maar we gaan van een periode van creatie naar een periode van evenwicht. Ik hoop op meer sociaal evenwicht.” Geen einde van de wereld dus, vraag ik. Ze zucht. Iedere keer dat ik het waag om iets op te merken over het einde van de wereld, krijg ik veel gezucht en minachtend gegrinnik te verduren. Domme, domme Westerling met je apocalyptische gebazel. “Het is het einde van een tijdperk, niet van de wereld. Dat laatste is de Hollywood-versie van het verhaal. Wij geloven in spirituele verandering, niet in grote vloedgolven of wat het Westen dan ook heeft bedacht.”
Op een grijs stel in tie-dyehemden en een jongetje in een T-shirt met de tekst ‘I Love Bacon’ na, zijn er vooral Salvadoranen. Het terrein is voor de gelegenheid voorzien van een podium, een aantal eettentjes en een rij ecotoiletten. Twee mannen tillen een volledig varken uit een koelbox en gooien het op de barbecue. Buiten de hekken is een soort braderie aan de gang, met kraampjes vol Tazumal-sleutelhangers, T-shirts waar ‘13 Baktun’ op staat, henna tattoo’s en hotdogs.
Om 18.00 uur is het tijd voor de eerste ceremonie, maar de Maya’s moeten nog beginnen met voorbereiden. Ze leggen wierook, kruiden en kaarsen klaar en zetten het geraamte van een tipi op. Het is best interessant om te zien, maar er zit wel een limiet aan hoe lang je geboeid blijft door een oude man die rondjes loopt en de omgeving bewierookt. En ik heb honger, maar ik durf niet van mijn plaats, want het krioelt van de piepkleine vrouwtjes die op een beter plekje azen. Ondertussen doet de minister van Toerisme, Jose Napoleon Duarte, een rondje langs het publiek en laat hij zich uitgebreid fotograferen met Piche Ulysses, een native met verentooi, een staf in zijn hand en een kleurige doek om zijn middel. Op het podium speelt een band het James Bond-muziekje.
Iets over achten begint het dan toch. Een vrouw met een verentooi, een panterprintjurk en allemaal belletjes om haar kuiten doet een traditionele dans (die eerlijk gezegd een beetje op jumpstyle lijkt), en verschillende Maya’s blazen op instrumenten gemaakt van grote schelpen.
Dan gaat het woord naar de minister. Hij staat op de ruïnes en houdt een uitgebreid verhaal over wat een belangrijke historische plek dit is, en wat een unieke gebeurtenis, en hoe belangrijk vandaag is voor zowel de Maya’s als voor El Salvador. “Tazumal zit in het hart van Chalchuapa!”, roept hij uit, maar hij is de aandacht van het publiek al kwijt.
De Maya’s komen er bij de ceremonie nauwelijks aan te pas. Ik vraag een jongen van een jaar of twintig of dat niet een beetje raar is. “Het is een schande,” zegt hij. Hij woont hier in Chalchuapa en heeft gedeeltelijk Maya-bloed. Hij is zeker 1.80 meter en doorspekt zijn Engels met likes. “Het zou vandaag moeten gaan om de Maya’s, maar dit is gewoon een PR-stunt van het ministerie.”
Als ze zijn uitgepraat vlucht ik het terrein af voor een biertje in een bar vol stomdronken Salvadoranen. Iedereen viert het nieuwe tijdperk zo op zijn eigen manier. Om 00.00 ga ik terug voor de volgende ceremonie, die dit keer zonder PR-dame en dus een stuk authentieker is. De ca’zique’ staat met het groepje Maya’s in traditionele kleding om een vuur en voert indrukwekkende rituelen uit. “Hij bidt tot de zon en de maan en de vier windstreken om te danken voor alles wat we hebben gekregen,” legt een man naast me uit. “En hij offert wierook en koffie en cacao voor gezondheid, vruchtbaarheid en zegens.” Ook hier geen doemscenario’s en Apocalypsen, maar slechts boodschappen van liefde en dankbaarheid. “Deze nacht vieren wij de gelijkheid,” roept de ca’zique’. “Leve de verschillende culturen en verschillende levenswijzen. Leve de broederschap.” Ik betrap mezelf zowaar op kippenvel.
Een stuk verderop kun je zelf deelnemen aan de ceremonie door een kaarsje in het vuur te gooien. Terwijl ik er naar sta te kijken komt er een oud mannetje naast me staan. “Kijk,” zegt hij terwijl hij zijn ketting omhoog houdt. “Een originele Maya-ketting.” Ik bewonder de hanger. Dan zegt hij: “Cuanta dolares?”
Foto’s door Patrick Stastra
© Copyright Elise Fikse -
Theme by Pexeto