De Hummer van het fietsverkeer

Vintage cargo bike

Nieuw in het assortiment hoofdstedelijke verkeersergernissen: de kratfiets. Was het een paar jaar geleden nog erg bon ton om alle pijlen te richten op de bakfiets (de stumper werd uitgescholden voor alles van asociale stormram tot openbaar verlegstuk van de baarmoeder); nu is die storm enigszins gaan liggen. Bakfietsbashen is een beetje een open deur geworden en dus is er ruimte ontstaan voor een nieuw mikpunt: de kratfiets.

Anders dan de bakfiets is de kratfiets een ‘gewone’ fiets, zij het meestal een ietwat breed en robuust model, met een groot krat of een flinke mand voorop. Het is een regelrechte hit. Geen wonder ook, want dat krat biedt ruimte voor flink wat boodschappen, een laptoptas, een middelgroot huisdier en een dozijn balkonplanten en is dus ideaal voor mensen met bagage maar zonder auto.

Dat krat biedt ruimte voor flink wat boodschappen, een laptoptas, een middelgroot huisdier en een dozijn balkonplanten.

Het probleem van de kratfiets zit hem erin dat die dingen zo godvergeten breed zijn. Dat is soms al vervelend op smalle stukjes fietspad, omdat je ze nauwelijks in kunt halen zonder onder de voorbijrazende auto’s te verdwijnen. (Enige oplossing: de trambaan op. En dat is nooit wenselijk, want zeker met al die regen is de rails spiegelglad. Bovendien ligt het risico van met je wiel in de tramrail altijd op de loer; de nachtmerrie van menig fietser.)

Groter is echter de ergernis bij het fietsparkeren. Omdat de fiets zo breed is aan de voorkant, zijn de twee plekken aan weerszijden van de kratfiets in het fietsenrek niet of nauwelijks te gebruiken. Tien kratfietsen in een fietsenrek nemen dus samen dertig plekken in gebruik. In een nogal uitgebreid artikel in Het Parool over de kwestie werd de kratfiets hierom zelfs de Hummer van het fietsverkeer genoemd.

Een bomvol fietsenrek is al irritant, maar een fietsenrek vol vrije plekken die toch net niet bereikbaar blijken, vormt een regelrechte Tantaluskwelling.

Hoewel van eerstewereldniveau, is het gezien de toch al nijpende schaarste aan fietsparkeerplekken in de stad wel degelijk een probleem. Daarbij, een bomvol fietsenrek is al irritant, maar een fietsenrek vol vrije plekken die toch net niet bereikbaar blijken, vormt een regelrechte Tantaluskwelling.

Het leidt bovendien tot menig vermijdbaar slag in het kratfietswiel. Want wanneer je trein over drie minuten vertrekt en je je fiets in zo’n quasivrije plek naast een kratfiets probeert te manoeuvreren, ligt de verleiding op de loer om de fietshummer heel hard opzij te duwen en op hetzelfde moment jouw fiets in de vrijgekomen centimeters te rammen. En waar gehakt wordt, vallen spaanders.

Een kant-en-klare oplossing is er nog niet. De mogelijkheid van bredere rekken wordt onderzocht, evenals speciale secties voor ploffietsen in fietsenstallingen, maar het aantal kratfietsen groeit gestaag en beide oplossingen gaan hoe dan ook ten koste van het totale aantal plekken.

Waar ik nog de illusie heb wel weg te komen met deze Roodkapje-esque accessoire, kan ik me voorstellen dat dat voor menig Zuidasser toch anders ligt.

Ik werk zelf met een afneembare fietsmand. Op zich een goede oplossing, maar die moet dan dus wel altijd mee de trein, kroeg of supermarkt in. En waar ik nog de illusie heb dat ik wel wegkom met deze Roodkapje-esque accessoire, kan ik me voorstellen dat dat voor menig Zuidasser of gewoon heel erg stoere man met kratfiets toch anders ligt. Voorlopig zit er voor hen niet anders op dan die slag in het wiel te accepteren en te bidden dat ook kratfietsbashen gauw een open deur wordt.


Deze column verscheen eerder in Verkeer in Beeld (2013, nummer 6).

 

Verkeer in Beeld 2013-12 Jaargang 7 nr6 De Hummer van het Fietsverkeer